Zie je ik hou van je
Zie je ik hou van je,
ik vin je zo lief en zo licht -
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.
En je neus en je mond en je haar
en je ogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.
Zie je ik wou zo graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.
O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen -
Maar ik kan het toch niet zeggen.
ik vin je zo lief en zo licht -
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.
En je neus en je mond en je haar
en je ogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.
Zie je ik wou zo graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.
O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen -
Maar ik kan het toch niet zeggen.
Ik ga dit gedicht bespreken via
de Abc-methode. Als eerste ga ik in op de vorm
Het gedicht zie je ik hou van
jou is een traditioneel gedicht. Het gedicht is ten eerste namelijk opgedeeld
in 4 verschillende strofen en de versregels zijn ongeveer even lang. Daarnaast
is er ook sprake van eindrijm. Haar rijmt op waar en oor op voor. Dit is echter
maar in 1 strofe het geval dus op dit vlak zou ik het niet helemaal traditioneel willen noemen. In
de rest van de strofes worden woorden herhaald, waardoor het lijkt alsof het
rijmt. Wel zijn er veel leestekens
gebruikt wat ook duidt op een traditioneel gedicht.
Ik zie geen duidelijke
dichtsoort in dit gedicht, het enige wat ik zou kunnen zeggen is dat het wel
duidelijk een liefdesgedicht is.
Zoals ik al zei is er sprake van eindrijm in dit gedicht. Als je de
herhaalde woorden meetelt als rijm zou het rijmschema kunnen zijn: ABBA- AABB -
AABB- AABB.
De eerste strofe die omarmend rijm bevat, is dus anders dan de laatste 3
strofen die gepaard rijm bevatten.
Het woordje je komt in de eindrijm wel 4 keer voor, in het
gehele gedicht maar liefst 19 keer. Dat lijkt me een duidelijke herhaling van
het woord. Ook licht wordt 3 keer
benoemd, wat een nadruk op dat woord legt. Er is ook nog op een andere manier
een nadruk gelegd op het woord: jou. Wat natuurlijk overeenkomt met je. Door
middel van een enjambement heeft de schrijver jou nogmaals benadrukt. Zie je ik wou zo graag zijn... jou.
Ook heb ik ontdekt dat als je het gedicht voorleest er automatisch een
nadruk ligt op je/jou. Dit heeft natuurlijk te maken met het metrum.
In de eerste en derde strofe zijn de zinnen even lang. Maar in de tweede strofe bouwen de zinnen zich
af, ze worden steeds korter. In de laatste strofe bouwt de zinslengte zich
langzaam op, ze worden steeds langer.
Er is een bepaalde lijn qua betreft beeldspraak met het woordje licht in
het gedicht.
Ik vind je zo lief en zo licht
De schrijver gebruikt het woordje licht om uit te drukken hoe leuk hij de
persoon waar het gedicht over gaat vindt. Licht geeft mensen een vrolijker en
optimistischer gevoel. Als je verliefd bent is alles om je heen licht.
Je ogen zijn zo vol licht
Hij zegt dus dat de persoon ook vol licht zit. Zelfs in haar ogen kan hij
al dat licht, het leuke in haar, zien.
Het licht is om je, je bent nu toch wat je eenmaal bent
Alles wat leuk en vrolijk is bevindt zich om haar heen. Hij ziet alleen
licht als die naar haar kijkt.
Licht staat dus symbool voor zijn liefde die hij voor haar voelt. Licht is
daardoor ook een motief in het gedicht samen met het woordje je/jou waar het
hele gedicht over gaat.
In het gedicht bevindt zich ook een soort van climax die eindigt in een
anti-climax of paradox.
De laatste strofe bouwt zich langzaam op. Hij houdt van haar, zo ontzettend
veel dat hij dat aan haar wilde vertellen. Maar uiteindelijk vertelt die het
toch niet. Dat spreekt elkaar natuurlijk tegen en de climax eindigt in een
paradox.
Het thema is natuurlijk liefde.
Ik krijg een heel prettig gevoel als ik het gedicht lees, totdat ik bij de
laatste zin ben. Het hele gedicht is zo vrolijk en luchtig dat je zonder
twijfel kunt zeggen dat de auteur zielsveel van zijn geliefde houdt. Maar als
je er dan achter komt dat hij dat nog nooit gezegd heeft ,vind ik dat toch een
beetje treurig. Want misschien is die liefde wel niet wederzijds en is de
dichter dus eigenlijk heel erg zielig. Ik vind het een sprekend gedicht en ik
denk dat veel mensen zich er in kunnen identificeren omdat iedereen ooit met
liefde te maken krijgt. Qua opbouw vind ik de eerste en tweede strofe heel
mooi, maar vind ik de derde er niet
helemaal in passen. Omdat hij dan zegt dat hij haar had willen zijn, wat ik een
beetje zwak vind want dan zou die verliefd worden op zichzelf. Ik hou van je
word wel vaak gebruikt, wat een krachtig effect kan geven maar waarvan ik nog
niet weet of ik dat nou ook echt mooi vind. Het verbaast me wel dat dit een van
de mooiste gedichten schijnt te zijn, terwijl er nog zo veel andere
liefdesgedichten zijn. Blijkbaar doet de herhalende zin Ik hou van je het goed.
Misschien is dat gewoon iets wat mensen vaker willen horen.
Zomerstad
Hans Andreus
In de stad daar staan de huizen
zwaar te zuchten in de zon,
oude huizen, nieuwe huizen,
wolkenkrabbers van beton.
O die stad, die stad van stenen,
blokken stenen in de zon,
blokken, blokken aan je benen,
ik wil naar de horizon.
Ik wil meer dan wat plantsoenen
of een afgepast gazon,
ik wil lopen naar het groene
land voorbij de horizon.
A: Ook
dit is een traditioneel gedicht, bestaand uit 4 strofen, van 4 versregels en
even lange zinnen. Veel leestekens worden er gebruikt. Het rijmschema is: ABAB,ABAB,ABAB.
Een gekruist rijmschema wat dus eindrijm bevat . De even versregels rijmen
allemaal op elkaar: zon-beton-zon-horizon-gazon-horizon. Ook opvallend is dat zon en horizon allebei
tweemaal voorkomen, wat een vorm van gelijk rijm is. Niet alleen de eindrijm is
gelijk rijm. Maar ook binnen de verzen worden veel woorden herhaald. Zoals huizen in de eerste strofe en stad en
blokken in de tweede strofe. Er is geen
duidelijk metrum in te vinden omdat elke keer andere woorden worden benadrukt.
Wat mij wel opviel is dat er in de eerste strofe in elke versregel precies 2
lettergrepen zijn die worden benadrukt.
Er zijn verschillende stukjes met alliteratie te vinden: zwaar te zuchten
in de zon. Waar de z drie maal aan het begin van een woord wordt gebruikt. Net
als bij o die stad, die stad van stenen en blokken, blokken aan je benen, waar
de s en b worden herhaald. Ook is er sprake van assonatie in de aller eerste
zin waarin de a/aa klank vaak wordt gebruikt.
In de -stad daar staan - de huizen.
In strofe 2 en 3 zijn de oneven versregels langer dan de even, wat dan weer
niet het geval is in de eerste strofe.
B:
In de eerste strofe bevindt zich een personificatie: de huizen die zwaar
zuchten in de zon. De huizen die allemaal gebouwd zijn van stenen en daar niet
tevreden mee zijn. De huizen van stenen staan in dit gedicht symbool voor de
bebouwde stad waar bijna geen groen meer te vinden is. Alles is volgebouwd met
nieuwe huizen, oude huizen of wolkenkrabbers. Als je naar het groene wilt, moet
je voorbij de horizon. Wat een metafoor is waar mee bedoelt wordt dat het
groene zeer ver weg te vinden is. Oude huizen- nieuwe huizen is een goed
voorbeeld van een tegenstelling in dit gedicht, wat vlak naast elkaar te vinden
is. Maar in het gehele gedicht is de grotere tegenstelling de stenen huizen en
het groene land. Het thema lijkt mij natuur of vrijheid. In de stad is alles
opgepropt en in de natuur is er meer ruimte en dus meer vrijheid.
C:
Het gedicht vind ik prettig lezen. Het lijkt een beetje op een liedje.
Eigenlijk is de kern van het gedicht vooral de laatste 2 versregels: ik wil
lopen naar het groene land voorbij de horizon. In het begin van het gedicht had
ik nog helemaal niet in de gaten dat het daarover ging, maar het is
uiteindelijk een mooie boodschap. Ik vind het ook een origineel gedicht omdat
ik vind dat de auteur op een ander soort manier schrijft. Zoals: o die stad,
die stad van stenen en blokken, blokken aan je benen. Dat doet iets met de
lezer om geïnteresseerd te raken in het gedicht. De vertelwijze vind ik erg
kinderlijk, het klinkt een beetje grappig wat voor kinderen heel aanlokkelijk is.
Terwijl het thema voor iedereen bedoelt is. Maar misschien voor kinderen wel
het meest, omdat kinderen vaak buiten spelen in de vrije natuur, wat in de stad
nauwelijks te vinden is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten